Vorschau (831 KiB)
ayeseday fıq usBuryıawdo u2jo>pı4spuQg
Guipıaju] : FR 492M i y = GOBBO
5
oo
"2
=
o %
o 9
> >
A
Lu
O
O
Q
zZ
<
„L
\
ul R 2 gren S| BSR: 1
| | IF C e Y ci
T2 e
Torpedo-Vrijwielremnaaf
vereenigt in een compact en betrouwbaar
mechanisme de drie gewichtige functies van
WIELNAAF, VRIJWIEL EN REM
Inleiding
Constructie
Demontage
Wenken
e
bij Reparatie
Algemeene
opmerkingen
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Inleiding
Handelaar of fabrikant, die bij het publiek een goeden naam
heeft weten te verwerven en de beginneling, die ernaar
streeft dezen te verkriigen, zullen zich steeds beijveren iets
te leveren wat goed is. Zoo mogelijk iets waaromtrent zeker-
heid dienaangaande na vele jaren gebruik bestaat.
Vanaf 1905 wordt de Torpedo-vrijwielremnaaf in de huidige
constructie geleverd. Onafgebroken werd en wordt er nog aan
gewerkt de ervaringen, die men opdoet, te gebruiken om de
hoedanigheid op peil te houden en, waar mogelijk, zelfs nog
te verbeteren.
Alle materialen worden in eigen laboratoria en proefstations
volgens de modernste wetenschappelijke methoden onderzocht
en beproefd. De vervaardiging van de Torpedonaaf zelf om-
vat 300 verschillende bewerkingen. Zij zijn tot den laatsten
handgreep toe precies vastgesteld en strenge contröles bege-
leiden dezen arbeid. Ofschoon de werktuigen en apparaten
de nauwkeurigheid van het werk reeds vanzelf regelen, worden
de Torpedo-onderdeelen op 140 meettoestellen volgens kaliber
nagemeten. Om de volmaakte functionneering van de naaf te
verzekeren, ziin er verder nog 50 contröles in het arbeids-
proces ingeschakeld. De deelen van de Torpedonaaf zijn op
de plaatsen, waar het op aankomt tot op een duizendste milli-
meter op maat.
In dit handboekje voor den vakman zijn wat tal van details
betreft toelichtiingen gegeven. Bijzonder overtuigend kan het
in dit boekje gezegde bovendien gedemonstreerd worden met
de origineele calibers, hetgeen dan ook geschiedt waar de
gelegenheid daartoe zich voordoet.
Wenken Demontage
bij Reparatie
Algemeene
opmerkingen
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Bij de drie functies aandrij-
ven-vrijwielen- en remmen,
welke de „Torpedo“ ver-
vult, speelt de naafhuls
een voorname rol.
De Naafhuls
Ter bevordering van een
spelend lichten loop der
naafhuls i.c. het betrokken
wiel, dat vrij van elke wrij-
ving of andere storende
factoren moet kunnen
dracien, is het van het grootste gewicht, dat de loopvlakken en
lageruitsparingen, waarover de kogels rollen, pijnlijk zuiver
worden bewerkt.
Dit betreft zoowel hun juiste stand en afmetingen als ook hun
positie tegenover andere onderdeelen van de naaf. In het bij-
zonder geldt dat voor de aandrijving.
Daarom ook worden de kogelloopvlakken en de naafhuls-
binnenwand geslepen.
Verder is nog van belang, dat het remvlak der naafhuls, als
belast vlak en dat der kogel-ligplaatsen, tot den hoogsten
graad worden gehard en b. v. de spakenflenzen en de kern
der huls week en taai moeten blijven. Een naafhuls, die men
totaal zou harden, zou bij het aandrijven zonder meer barsten.
Bij het gebruik van Torpedonaven dient men rekening te
houden met de bestemming en rijwielsoort, waarin ze worden
aangebracht. Om overbelasting der naafhuls te voorkomen,
plaatst men dus geen Torpedonaaf, die bestemd is voor een
gewoon rijwiel, in een transportfiets of tandem. Als gevolg
hiervan zouden de aandrijfpallen putten en deuken veroor-
4
zaken, die op hun beurt tot afplatting van het aandrijfvlak
in de naafhuls zouden leiden en een spoedige vervanging
aan de huls noodzakelijk zouden maken.
De Drijfkop Door middel van tandwiel en ketting onder-
houdt de drijfkop de verbinding met het
R drijfwerk der fiets. Hij functionneert zoowel
bij aandrijven-vrijwielen en remmen.
Bij het aandrijven verhindert de palhouder
het meerollen der vijf ronde pallen, terwijl
de drijfkop met het ermee verbonden tand-
wieltje voorwaarts gedraaid wordt. Daardoor klemmen de
ronde pallen tusschen de naar voren afhellende drijfkop-
vlakken en de naafhulswand en nemen deze laatste mee of
m. a. w. dwingen haar de beweging van den drijfkop te volgen.
Staakt de drijfkop deze aandrijvende beweging, dan
neemt de nog doordraaiende huls de pallen over een zeer
korten afstand mee. Deze rollen daarbij de helling af en be-
landen op het diepste deel van het betrokken vlak. De naaf-
huls kan nu ongehinderd doordraadien op haar beide kogel-
lagers. S
Bij het remmen liggen de pallen tegen de nokken, welke de
vijf hellende vlakken begrenzen en nemen, als de drijfkop
achterwaarts gedraaid wordt, de palhouder mee in deze
richting, waarbij de remwerking wordt overgebracht via de
remconus op de remmantel.
Van veel belang is het, dat de vijf hellingen gelijkmatig en
zuiver in het midden zijn geplaatst, zoodat geen eenzijdige
belasting van de naafhuls en de aandrijfpallen kan plaats
5
Demontage :
_Wenken
Torpedo uitvoeringen 4 4
bij Reparatie
\
Algemeene
opmerkingen
Onderdeelen
hebben. De as der naaf moet dan ook met bevestigden drijf-
kop zooveel speling hebben, dat de drijfkop zich kan in-
stellen op een wrijvingsvrij functionneeren.
Pallen Pe taak der 5pallen is ter eenerzijde, de aandrij-
vende kracht tusschen drijfkop en naafhuls, ter
andere zijde, de remmende kracht ttusschen drijfkop
en palhouder over te brengen. De metingen en
contrôles in de F&S fabrieken zijn zoo uvitgebreid
en doeltreffend, dat de goedgekeurde rollen absolute gelijk-
vormigheid aan ongekende zuiverheid paren en in het gebruik
volkomen verwisselbaarheid verzekeren.
ua No. 86
De Palhouder
De palhouder regelt de gang der vijf aandrijf-
pallen voor het aandrijven en bovendien de over-
brenging der remkracht. Hij houdt de pallen op
jvisten afstand van elkaar, ook als zij in beweging
ziin en voorkomt hun ontijdige verplaatsing.
No. 85
Wil hij ziin taak ongestoord vervullen, dan moet
hij zich vriji en gemakkelijk om het drijfkopdeel kunnen bewegen
en voorzien zijn van zuiver afgewerkte inhammen voor de vijf
pallen. Deze laatste moeten bij het aandrijven ver genoeg
op het hellend vlak kunnen rollen en toch bij het uit elkaar
nemen der naaf niet uitvallen. Eveneens moeten de aan den
palhouder aanwezige tanden met glijdvlakken voor de rem-
conus precies en gelijk wezen, waardoor bij voorbaat een
ongelijke belasting der naaf voorkomen is.
6
De remconus heeft belangrijke func-
ties te vervullen in nauwe samenwer-
king met de veerende wrijvingsring in
verband met de aandrijving en het
remmen. Tot goed begrip van het vol-
gende, dient men te weten, dat de
remmantel bestaat vit een stalen bin-
nenmantel, in lengterichting voorzien
van ronde groeven, gelijkmating over
den binnenomtrek verdeeld, en een
buitenmantel van brons. De samen-
stelling is zoodanig, dateen wrijvingsrem wordt gevormd, welke
vit eigen kracht terugveert in normalen stand.
Remconus
Het aandrijven geschiedt evenals hierboven bij den drijfkop
besproken; het remmen eveneens op gelijke wijze met twee
kleinere pallen, welke zich op een deel van den remconus
bevinden. Zij zetten zich vast in de hiervoren aangehaalde
ronde groeven van den stalen binnenmantel en voorkomen
een verder meedracien van de remconus in achterwaartsche
richting. Door de beide tanden met glijdvlakken, welke zich
zoowel aan den palhouder als aan de remconus bevinden,
wordt nu bij verder terugtrappen de remconus met den
schuinen kant in de remmantel gedrukt, waardoor deze laatste
in aanraking komt met de naafhulswand ter plaatse en dus
remt. Dezelfde opmerking ten opzichte van hellende vlakken
en pallen, als bij drijfkop en palhouder, geldt ook, hier,
zoodat geen ongelijke belasting kan plaats hebben. De rem-
conus welke in de remmantel dringt, moet glashard zijn en
het schuine vlak mag geen oneffenheden vertoonen, doch
moet spiegelglad zijn. Allemaal om een gemakkelijk uit-
zetten der rem te bevorderen en een blokkeeren te voor-
komen. Veel hangt af van de wrijvingsveerhuls 84 k voor het
goed functionneeren van de aandrijving en de rem van de
7
" Wenken x
Torpedo uitvoeringen
Demontage
bij Reparati
__Algemeene
opmerkingen \
Onderdeelen
Torpedo-naaf.Bijde aandrijving draait
de drijfkop (88) door middel van het ermee
verbonden tandwieltje voorwaarts, waarbij de
5 aandrijfpallen (86) door den palhouder (85)
tegengehouden worden. Op zijn beurt toch
wordt de palhouder een weinig geremd door
de wrijvingsveer (84 k), geplaatst op de rem-
conus die een voortdurende wrijving onder-
houdt met den binnenwand van de remmantel. No. 84k
Door het beletten, ongestoord de beweging van den drijf-
kop te kunnen volgen, rollen de aandrijfpallen een weinig
tegen de helling op, daartoe geleid door den palhouder
en klemmen daardoor tegen den binnenkant der naafhuls-
wand en de drijfkopvlakken, zoodat het wiel wordt meege-
nomen.
Zou de wrijvingsveerhuls niet werken, dan liepen bij de aan-
drijving de drijfkop (88), de palhouder (85), de remconus (84)
en de aandrijfpallen (86) samen als &&n geheel rond, omdat
een rollen van de pallen naar het hoogere deel van hun vlak
achterwege zou blijven en geen aandrijving tot stand kon
komen.
Bii het remmen is de werking van de wrijvingsveerhuls 84 k
dezelfde. Weer wordt de beweging via tandwiel en drijf-
kop ingeleid, doch nu in tegengestelde richting. Palhouder
en remconus draaien dus achterwaarts en door de wrijving
van de veerhuls bewegen zich de beide kleine remconus-
pallen 84i naar een hooger gelegen deel van hun vlak-
ken en klemmen de remconus vast tegen de binnenwand
No.84 ı van de remmantel. Echter niet zoo sterk of de conus kan
zich nog naar links over de as verplaatsen. Daardoor wordt de
remconus in de remmantel geperst en het remmen bewerk-
stelligd. Zou de wrijvingsveerhuls niet werken, dan zouden
8
de remconuspallen niet naar het hooger vlak gaan en de
remconus naar achteren doorslaan.
Remmantel Door de verschuiving in de richting der as
naar links van de remconus, schuift tegelij-
kertiid de remmantel op de hevelconus.
Rem-en hevelconus hebben beide conische
; vlakken, waarop de remmantel zich kan
# \0. Vitzetten en geperst wordt tegen de naaf-
83 hulswand.
In eerste instantie wordt de doode gang der naaf beinvloed
door de lengte van de remmantel, waaruit vanzelfsprekend
volgt, dat men bij dit onderdeel aan juiste lengte is gebon-
den. Nochthans moet de remmantel gemakkelijk uitzeiten en
weer in normalen stand terug kunnen keeren, zonder ook
maar in het minst den vrijen loop der naafhuls te hinderen
door wrijving.
Verder moet het rembeslag een goed remeffect waarborgen
en niet te snel slijten. In verband daarmee moet een gere-
gelde en doelmatige voorziening vansmeermiddelen in
acht genomen worden. Ook moeten de beide omgebogen
lippen zuiver in het midden van de remmantel staan, ter
waarborg van een gelijkmatig uitzetten.
De Hevelconus
De hevelconus verzorgt de vaste verbinding
van de remmantel met het frame van de
fiets. Bij het remmen zet zich de remmantel
vit op het conische vlak van den hevelconus
en drukt zich tegen de naafhulswand. De
gebogen lippen in de binnenmantel bren-
No. 79 gen daarbij de ontstane remdruk over via
} Wenken 3 5
Torpedo yoeringen 2
Onderdeelen
Demontage
F
bij Reparati
__Algemeene
opmerkingen N
de remhevel op het frame. Weer gelden hier dezelfde op-
merkingen voor het conische vlak en het beoogde doel. De
stand der lippen moet precies in het midden van de hevel-
conus zijn ter bevordering van een gelijkmatige uitzetting van
de remmantel tegen de naafhulswand. Omgekeerd geldt het-
zelfde voor de remmantel, welke de lippen bevat, ter voor-
koming van schokkend en hortend remmen. Dientengevolge
moet de hevelconus zonderruimte of speling, midden op de as
zitten,waardoor denaafhulszonderstoornis kan functionneeren.
De As
De as houdt het geheel bij elkaar en doet verder dienst voor
het stellen der naaf en ter bevestiging van het beirokken
e) N !
wiel in het frame. Dientengevolge moet zij uit prima materiaal
zijn vervaardigd. Loopvlakken voor de remconus, drijfkop en
vaste conus moeten zuiver in het juiste midden zitten en
evenwijdig met elkaar loopen. Ook de afzonderlijke schroef-
draden vragen een nauwgezette bewerking, aangezien ook
de op te schroeven deelen, zonder eenige speling aange-
bracht dienen te kunnen worden.
Stofplaat
Eenerzijds moet de stofplaat het
wegvloeien van olie uit de naaf
verhinderen, anderzijds voorkomt
zij het indringen van vocht en vuil
in de naaf.
Wenken Demontage
bij Reparatie
Algemeene
opmerkingen
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Demontage en Montage
Goed gereedschap het halve werk.
Om de naaf te demonteeren, wordt ten eerste de stelmoer
No 76 afgeschroefd en het stelschijfje No 77 verwiiderd,
daarna de hevelconus No 79 door middel van den hevel
No 78 in de hand vastgehouden. Dan pakt men met den sleutel
No 94 het vierkanteinde van as No 91 en schroeft deze door
van rechts naar links te draaien er uit.
bij Reparatie
Algemeene
opmerkingen
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Het afnemen van het kettingwieltie mag alleen bij een geheel
gedemonteerde naaf plaatsvinden. Men bezige de daarvoor
bestemde speciale vormplaat en kettingwielsleutel.
In omgekeerde volgorde zet men de naaf in elkaar. Hevel-
conus No 79 wordt aan de zijde der huls, waar de kogelring
is, ingebracht en aan de andere zijde de remmantel No 83 en
wel zoo, dat de uitgeponste nokken door den hevelconus
No 79 worden vastgehouden. Op dezelfde wijze wordt inge-
bracht de remconus No 84 en het aandrijfmechanisme (deelen
85 — 86 — 81 — 88 bijeengehouden door een veerring op den
drijfkop No 88).
Hierna wordt de as door dracien van links naar rechts
vastgeschroefd, zoodat zich geen speling in de naaf vertoont
en toch de loop onbelemmerd blijft. Dan wordt de stelschiif
No. 77 aangebracht en hierop de contramoer No 76 vastge-
schroefd.
Voorzichtigheidbijhetinmonteerenvan
vrijwielremnaven in het frame
Men lette steeds erop, dat de vorkeinden van de achtervork
precies evenwijdig tot elkaar staan, daar alleen in dit geval
de zuivere werking van de vrijwielremnaven is verzekerd. Er
is nl. gebleken, dat verbogen en kromme framebuizen bij
het bevestigen der naven spanningen in de naven te voor-
schiin roepen, die het algemeen mechanisme ongunstig bein-
vloeden en een vastzetten der naaf respectievelijk een krom-
buigen van den hevel tengevolge hebben.
12
c
V
_-
c
V
>
Algemeene
opmerkingen
Torpedo uitvoeringen
bij Reparatie
Onderdeelen
Wat te doen, wanneer een Torpedo-naaf eens mocht
haperen!
Naaf slaat door met aantrappen
Door het gebruik van te kleverige of hard wordende
smeermiddelen zijn de pallen blijven kleven.
Eerst doorspuiten met benzine, daarna opnieuw inspuiten
met zuur-en harsvrije dunne olie.
Stijgingen of pallen-loopvlakken van den drijfkop inge-
sleten (dus normale slijtage).
Nieuwe pallen aanbrengen van 6,6 of 6,7 mm inplaats
van de normale pallen 6,5.
Stiigingen niet zuiver of beschadigd:
Nieuwe drijfkop en pallen 6,5 mm aanbrengen.
Het rijwiel spoort niet, daar geen goede kettingliin. De
pallen klemmen niet tegeliik met het geheele vlak, doch
schuin en de drijfkop wringt op de as.
Opnieuw stellen, doorspuiten als boven. Wanneer nog
noodig nieuwe pallen aanbrengen.
Naaf remit niet, of niet voldoende!
Remmantel defect, bronzen wand te veel afgesleten of
ingevreten: Smering was onvoldoende. Remmantel ver-
nieuwen en goed smeren.
Remconusvlakken ingeloopen of remconuspallen bescha-
digd. Defecte deelen vernieuwen.
Koperen-veerstrooken van remconus hebben te weinig
wrijving in remmantel. Uitbuigen of wanneer versleten,
vernieuwen (deel 84k).
Algemeene
opmerkingen
Bij remmen worden de pedalen
medegenomen!
Nokken van remmantel abgebroken, door te weinig
smering, waardoor de naaf geblokkeerd werd.
Remmoantel vernieuwen en op z'n tijd rijkelijk smeren. Als
voorzorg in het vrije binnengedeelte der remmantel een
propje vaseline of zuurvrij-vet brengen.
13
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Bij goede afstelling, kraken of speling in de
naaf!
Een der kogelloopylakken, hetzij van naafhuls, drijfkop,
as of hevelconus is ingeloopen: Het betr. deel vernieu-
wen en nieuwe kogelring aanbrengen.
Is de naaf schoongemaakt en van nieuwe onderdeelen
voorzien, waaronder ook een nieuw oliepotje, dan be-
staat de mogelijkheid dat de draad van het oliepotje
langer is dan van het origineel en van binnen dus den
remmantel raakt waardoor de naaf kraakt, en niet goed
remt.
Bij het vrijwielen worden de pedalen mede-
genomen!
Naaf te zwaar afgesteld -
Te dikke pallen gemonteerd.
Naaf te strak gespannen.
Stofdeksel beschadigd en schuurt tegen de naafhuls.
As krom of ingeloopen, hevel verbogen of
gebroken!
Vorkeinden van de achtervork staan niet precies even-
wijdig met elkaar, hierdoor is geen zuivere werking der
naaf te verkriigen, en worden spanningen te voorschijn
geroepen, welke de deelen onderling beinvloeden.
Algemeene
opmerkingen
Geen goede kettinglijn.
Een slecht passende bandage.
Onvoldoende smering, waardoor naaf blokkeert of rem-
mantel invreet.
Deelen vernieuwen, op instelling achten en smering herzien.
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
Algemeene opmerkingen:
Vertoont de naafhuls in de kogelloopvlakken kleine gaat-
jes of oneffenheden, dan moet de huls vervangen worden.
Kenmerkend voor hun aanwezigheid is een ruwe, hor-
tende en geruischmakende loop der naaf, vooral bij het
vrijwielen.
Biji het vervangen van remmantels is het gewenscht het
middengedeelte der naaf-huls met amarillinnen of schuur-
papier ruw te schuren, waardoor een verhoogd remeffect
wordt verkregen. Oppassen, dat geen amaril of zand in
de huls achterblijft.
De Torpedo is steeds schoon te houden en moet van tijd
tot tijd met benzine worden uitgespoten. Men legt daar-
voor het rijwiel met de stepzijde naar onderen plat op
den grond en laat door het oliedopje benzine loopen.
Wanneer dit door de naaf heen is spuit men grondig met
beender- of vaseline-olie na. Om zeker te zijn, dat alle
deelen olie kriigen laat men ook aan de kettingwielzijde
langs den conus (No 91) olie loopen. Hierbij zii opge-
merkt, dat men geen harshoudende gewone smeerolien
moet nemen of consistent vet. Alleen beender- of vaseline-
olie is geheel zuurvrij. Slechts bij het gebruik hiervan kan
een gelijkmatig sterk remmen worden gegarandeerd. Bij
andere olien is dit niet altiid het geval.
Mocht ooit een weigeren bij het aanzeiten worden be-
speurd zoo is dit in den regel alleen aan het gebruik
van dikke olie of consistentvet toe te schrijven. In dit geval
make men de naaf eerst met benzine zuiver schoon en
smere daarna met &&en van de bovenvermelde zuurvrije
olien.
15
Torpedo uitvoeringen
Onderdeelen
usj3>p.4>pug
uaßuLisoRun opadao]
De diverse uvitvoeringen
Gewoon voor tourrijwielen
Race voor ace
C1054 voor transport „,
en, in combinatie met extra-afremming der voor-
wielen, voor trapcarriers.
C 1119 als vorige, met voorziening van vast-
zetting bij stilstaan op een helling.
C 1035 voor 2-wielig-hulpmotorrijwiel.
C 1181 voor motorcarriers met een motor-
inhoud van 98 ccm en een wielbelasting van
100 kg, in combinatie met extra afremming der
voorwielen.
Vrijwielremnaaf
[Nr | ONDERWERP : ONDERWERP
|
| 74 | Bandage compleet. ...... Pal voor remconus
75 | Step . . é ST cie i Ring voor de pallen
76 | Moer .. ER Pallen (5 stuks)
77 | Schijf . : SE Kettingwiel
Hevelln en ap: ee Drijfkop met kogels compleet .
79 | Hevelconus . = ic Stofdeksel
80 | Stofdeksel . x... 22.0 Kettingwielstelring
81 | Kogelring met kogels . . e As met vaste conus
82 | Naafhuls met helmdopje, Asconus
Stofdeksel en kogelring
Remmantel Sleutel
Fichtel u. Sachs Vrijwielremnaaf Handboek voor den vakman (NL) 1960er Jahre
- Von
- 1960 - 1969
- Seiten
- 16
- Art
- Anleitung
- Land
- Deutschland
- Marke
- Fichtel und Sachs
- Quelle
- Heinz Fingerhut
- Hinzugefügt am
- 16.02.2020
- Schlagworte
Als Gast hast Du Zugriff auf die Vorschau in reduzierter Qualität, als Vereinsmitglied des Historische Fahrräder e.V. kannst Du auf die höher aufgelöste Standard Qualität zugreifen.
Standard (1,95 MiB)
Publikationsqualität anfordern wird später freigeschaltet