. Derailleur Universel Derailleur Universal Une douceur de fonctionnement remarquable. Le clou du dernier de Bruxelles. 7 salon AIGLE s'adapte instantanement et sans ne- cessiter aucune modification sur n im- Le nouveau derailleur porte quel type de velo, vieux ou neuf. La piece essentielle de ce nouveau derailleur se visse sur l’axe du moyeu arriere, a la place de l’ecrou exte- © « fligle >» Werkt buitengewoon Zach De « clou » van het laatste Salon te Brussel. i \) ee I x ; De nieuwe derailleur AIGLE past oogenblikkelijk op elk rijwiel, oud of nieuw, zonder wijziging te vereischen. Het hoofddeel van dien nieuwen derailleur wordt op de achternaafas gevezen in de plaats van de buiten- moer. Er volgt daaruit in elk geval eene onfeilbare stelling en eene vol- rieur. || en resulte en tout cas une Pesition impeccable et un rapport par- fait et constant entre le pignon-guide et le pignon triple du moyeu. Le dérailleur Aigle peut être utilisé Soit avec moyeu à roue libre et frein Torpedo a pignon triple, soit avec moyeu sans frein muni d'un pignon libre à triple denture. MONTAGE Enlever l'écrou du moyeu, côté Pignen, et visser a sa place la vis heli- coidale « a ». Visser A fond, sur cette vis, la douille filetée avec poulie à gorge « c », sur laquelle est monté le bras de tension « e ». Dans cette po- sition, le pignon-guide doit se trou- ver aligne avec la grande couronne du pignon triple. Si ce n'est pas le cas, utiliser suivant necessites les rondelles d’axe « b » ou déplacer le Pignon-guide « g » par l’ajoute ou le retrait de rondelles entre ce pignon et le bras de tension. Afin de rendre plus aise l’enroule- ment du cäble, enlever l"’anneau-res- sort et la rondelle qui maintiennen: le bras de tension et retirer ce der- nier. Fixer la manette « k » sur la par- tie avant du tube superieur du cadre et mettre en place la gaine Bowden «I» qui est maintenue par les 2 col- liers de gaine «m» (voir illustra- tions page 8). Introduire le nipple du câble «d» dans la manette et en rame- ner le levier en haut et complètement en arrière jusqu'à butée. Enrouler le câble venant de la manette de 2 1/2 tours, d’avant en arriere, dans la gorge de la poulie de la douille “c» puis en loger le” bout libre par en dessous dans la gorge de la poulie de manette et l'y fixer à l'aide de la vis serre-câble. Le câble coit alors être légèrement tendu, la cuille filetee « c » se trouvant vis- s2e a fond sur la vis helicoidale « a ». Ce reglage termine et la tension du cäble etant assuree, visser ä bloc les vis de la manette. Remettre en place le bras de tension avec sa rondelle et son anneau-ressort. Ouvrir la chaine, la mettre en pla- ce sur les pignons, en ayant soin de maakte en standvastige verbintenis tusschen het geleider-tandwieltje en het driedubbel tandwieltje van de naaf. De derailleur AIGLE kan gebruikt werden 't zij met Torpedo-vrijwiel- remnaaf met driedubbel tandwieltje, 't zii met naaf zonder rem voorzien van een vrijwiel met driedubbele tan- denrij. MONTAGE De naafmoer, kant van het tand- wieltje, afnemen en in de plaats de schroefvormige vijs « a » opvijzen. Op die vijs de gefilteerde huls met groefschijf « ce » vijzen, op dewelke de spanningsarm « e » gemonteerd is. In die stelling moet het geleider- tandwieltje op een rij ziin met het grectste van het driedubbel tandwiel- tje. Indien dit het geval niet is, zoo- veel asrondellen « b » gebruiken als nosdig is, ofwel het geleider-tand- wieltje « g » verschuiven door bijvoe- ging of wegname van rondellen tus- schen dit tandwieltje en den span- ningsarm. Om het oprollen van den kabel te vergemakkelijken, de veerring en de rondel, welke den spanningsarm vasthcuden, wegnemen en dezen laat- ste afnemen, De schakelaar « k » op het voorste gedeelte van de bovenste kaderbuis vastmaken en het omhulsel Bowden «1», dat door de twes tegenhouder- banden « m » vastgehouden wordt, plaatsen (zix illustratie blz 8) .Denip- pel van den kabel «d» in den schake- laar inbrengen en er den hevel van naar boven en gansch naar achter brengen tot tegen het stut. De kabe! kcmende van den schakelaar 2 1/2 ronden van voor naar achter in de groef der schijf der huls « c » oprollen en er dan het vrije einde langs onder in de groef van de schakelaarschijf leg- gen en vastmaken bij middel van de kabelviis. De kabel moet dan lichtjes gestrekt zijn, terwijl de gefilteerde huls « c » ten einde op de schroef- vormige vijs « a » gevezen is. Die re- geling geeindigd en de strekking van den kabel verzekerd, kan men de vij- zen van den schakelaar vast aanvij- zen. De spanningsarm herplaatsen met zijne rondel en zijnen veerring. De ketting uiteendoen, ze op hare plaats leggen op de tandwieltjes, zorg dragende van ze door het zekerheids- — LS ee SS ee ee Ser rue us en sn  m Q o © Q ma la faire passer dans la bride de sürete « f » du pignon-guide et la refer- mer. Fixer une extremite du ressort de tension « h » a la vis superieure du collier de l’etrier-repos de chaine « i » qui sera monté à 220 mm. de l’axe du mcyeu et ancrer l’autre bout du res- sort dans l’echanczrure pratiquee a la partie superieure du bras de tension K“e)», La chaine doit &tre aussi courte que possible, mais permettre le passase de la ccurenne centrale sur la grande ceurcnne du pignon triple Afin d'éviter que la chaîne ne saute pendant qu’on fait roue libre, fixer au-dessus de la roue du pédalier le cellier avec broche de sécurité « n » L’utilisation de cette piece et de l’Strier-repos de chaine « i » n'est pas nécessaire avec un moyeu sans frein Dans ce cas, le ressort « h » est fixe a un simple collier ou a un ceillet soude sur le tube band «f» van het geleider-tand- wieltje te brengen en ze dan terug aaneenmaken. De strekveer « h » aan de bovenste vijs van het kettingsteun «i », dat op 220 mm. van de naafas wordt gemonteerd, vasthaken. Het andere uiteinde van de strekveer in de uitsnijding van het bovenste ge- deelte van den spanningsarm « e » vasthaken De ketting moet zoo kort mogelijk ziin, maar het overspringen toelaten van het middenste cp het grootste tandwieltje van het driedubbel tand- wieltje. Om te beletten dat de ketting zou afspringen als men vrijwiel maakt, den zekerheidsband met bout « n » beven het tandwiel van het braket vastmaken. De aanwending van dit stuk en van het kettingsteun « i » is niet noodwendig bij eene naaf zonder rem. In dit geval wordt de veer « h » aan eenen eenvoudigen band of aan een op de buis gesoldeerd oogje gehecht.  FONCTIONNEMENT Lorsqu’on manceuvre le levier de la manette, le cäble deplace la poulie et le bras de tension portant le pignon- guide, faisant ainsi sauter la chaine sur la couronne desiree. La chaîne reste automatiquement tendue sous l"action du ressort de tension. Ainsi, lorsqu’on abaisse le levier de la manette jusqu'a l'horizontale envi- ron, tout en pedalant, la douille file- tee se devisse et la chaine est amen&e sur la couronne centrale du pignon triple. Si l’on continue le mouvement du levier vers le bas, toujours pendant qu'on pédale, la chaîne est amenée sur la petite couronne. Cette position du levier de la manette est limitée par une vis de réglage, pour éviter le déraillement de la chaîne entre pi- gnon et cadre. Après réglage, blo- quer cette vis au moyen de son con- tre-écrou. Le dérailleur AIGLE permet l'utili- sation du frein à rétropédalage dans toutes les vitesses. Pendant ce frei- nage, le brin superieur de la chaine repose sur l’etrier « i » tandis que le brin inferieur est tendu. Le derailleur AIGLE fonctionne tres bien avec des chaines a ferme- ture à ressort et n'exige donc pas que les 2 bouts de la chaîne soient rivés. II n'est toutefois pas recommandable d’utiliser une fermeture par boulon, ce dernier risquant d'accrocher soit l'étrier, soit la bride de sûreté. ENTRETIEN Graisser régulièrement, au moyen de quelques gouttes d'huile, le câble (dans la gaine), la vis hélicoïdale et le pivotement du bras de tension. DEMONTAGE DE LA ROUE Faire dérailler la chaîne sur la cou- ronne extérieure du pignon triple. La poulie du dérailleur est ainsi écar- tée de la patte du vélo et permet un travail plus facile. Desserrer les vis de bride de la ma- nette et reculer cette dernière, pour détendre le câble. Décrocher le ressort du bras de dé- railleur, enlever l’anneau-ressort et la rondelle qui maintiennent le bras et le retirer; il reste alors suspendu par la bride de sürete ä la chaine. Retirer le cäble de la gorge, devis- ser la vis helicoidale de quelques tours WERKING Beweegt men den schakelaarshevel, dan verplaatst de kabel de schijf en den spanningsarm met het geleider- tandwieltje en doet aldus de ketting op het gewenschte tandwieltje sprin- gen. De ketting blijft automatisch ge- strekt door de werking van de strek- veer. Indien men dus, al trappende, den hevel van den schakelaar naar bene- den duwt tot op ongeveer horizontaal, vijst de gefilteerde huls zich los en de ketting wordt op het middenste van het driedubbel tandwieltje gebracht. Duwt men, altijd al trappende, den hevel nog meer naar beneden, dan wordt de ketting op het kleine tand- wieltje gebracht. Die stelling van den schakelaarshevel wordt begrensd door eene regleervijs, om het derailleeren van de ketting tusschen tandwieltje en kader te vermijden. Na rege- ling, die vijs vastzetten bij mid- del van hare tegenmoer. Met den derailleur AIGLE kan men de terugtraprem in alle versnellingen gebruiken. Gedurende dit remmen rust het bovenste gedeelte van de ketting op den steun « i », terwijl het onderste gedeelte gestrekt is. De derailleur AIGLE werkt uitste- kend met kettingen met slotjes en er wordt dus niet vereischt dat de twee einden van de ketting geriveerd zijn. Gebruik geen sluitingsboutjes, daar zij aan den steun, ofwel aan den ze- kerheidsband zouden kunnen vastha- ken. ONDERHOUD De kabel (in het omhulsel), de schroefvormige vijs en het draaipunt van den spanningsarm regelmatig met eenige druppels olie smeeren. UITNEMEN VAN HET WIEL De ketting doen derailleeren op het buitenste van het driedubbel tand- wieltje. De schijf van den derailleur is dan van de velopat verwijderd en vergemakkelijkt het werk. De bandvijzen van den schakelaar lossen en dezen laatste verschuiven om den kabel losser te maken. De veer van den derailleursarm af- haken, de veerring en de rondel weg- nemen van den spanningsarm en hem aftrekken; hij bliift dan aan de ket- ting opgehangen door den zekerheids- band. De kabel uit de groef trekken, de schroefvormige vijs eenige draaien +++.  et retirer la roue. (Au prealable, fai- re sauter la chaine de la roue dentee avant s'il s'agit d’un velo avec pat- tes arrière droites. Pour les vélos à pattes renversées, ceci n’est pas né- cessaire.) REMONTAGE Replacer la roue dans la fourche et la fixer au moyen des écrous. Ne pas omettre au préalable de replacer ia chaîne sur la grande couronne du pi- gnon triple. Relever complètement le levier de la manette. Visser jusqu’a butee la douille file- tee sur la vis helicoidale. Replacer le cäble dans la gorge, en veillant que l’enroulement soit place de la m&me fagon qu’avant demon- tage (voir page 2). Retendre les 2 brins du cäble par deplacement de la manette vers l’avant et fixer cette derniere de fa- con qu’elle soit bien bloquee. Verifier le fonctionnement de la poulie, puis replacer le bras de ten- sion, sa rondelle et son anneau-res- sort, et raccrocher le ressort de ten- sion. REMARQUES Le pignon triple est constitue par une couronne de base, a visser, livra- ble de 17 à 24 dents 1/2 x 1/8” et 2 couronnes à survisser de 15 à 21 dents 1/2 x 1/8’. Les couronnes d'un même pignon triple peuvent différer entre elles de I à 4 dents, par exem- ple 15/16/17 jusque 16/20/24 dents et le dérailleur fonctionne aussi bien avec toutes ces compositions. Si la chaîne frotte sur le cadre, vis- ser sUr l’axe I ou 2 écrous de sürete n° 316290, mais comme alors on augmente l'écartement entre les pat- tes arrière, il faut vérifier sì, après cette opération, les pattes sont bien restées parallèles. Eventuellement les redresser. lossen en het wiel uittrekken. (Voor- af de ketting van het groote tandwiel doen afspringen als het een velo met rechte patten is. Bij rijwielen met omgekeerde patten is dit niet van- doen.) TERUGINZETTEN Het wiel terug in de vork plaatsen en het vastzetten bij middel van de moeren. Niet nalaten vooraf de ket- ting op het groote van het driedub- bel tandwieltje te leggen. De hevel van den schakelaar gansch omhoog stellen. De gefilteerde huls ten einde op de schroefvormige vijs aanvijzen. De kabel opnieuw in de groef leg- gen en er op letten dat het oprollen op dezelfde wijze gebeurd als voor het uitnemen (zie bladz. 2). De 2 kabeleinden opnieuw strek- ken door verschuiving naar voren van den schakelaar, welke men dan vast aanvijst. De werking van de schijf nazien, daarna den spanningsarm herplaatsen, ziine rondel en zijnen veerring, en de strekveer terug aanhaken. OPMERKINGEN Het driedubbel tandwiel bestaat uit een basiswiel leverbaar in 17 tot 24 tanden 1/2 x 1/8" en uit 2 op- vijsbare tandwielen in 15 tot 21 tan- den 1/2 x 1/8”. De tandwielen van een driedubbel tandwieltje kunnen verschillen van ] tot 4 tanden, b. v. 15/16/17 tot 16/20/24 tanden en de derailleur werkt even goed met al deze samenstellingen. Wrijft de ketting op der kader, dan vijst men | of 2 zekerheidsmoe- ren n' 316 290 op den as, maar aan- gezien aldus de afstand tusschen de achterpatten verhoogd, moet men nazien of na deze bewerking de ach- terpatten evenwijdig gebleven ziin. Ze eventueel rechten. L’equipement ideal du velo moderne : Moyeu TORPEDO avec dérailleur AIGLE De ideale toerusting van den modernen velo : TORPEDO Naaf met derailleur AIGLE  a nee ee 319591 „ 318230 Bi 9 9,0 O: © 315150 242031 308 210 => ne 378220 356620 320350 2 314.130! 132040 316270 — 316270 | Be 313.080 E u 356680 ?75%0 356560 153050 ee 450300 ä 4150912316270 51506 (516 110 5150600 Jess 110 353670 353 600 DB 316 290 303190 1000 006 ————— re PIÈCES DÉTACHÉES DU DÉRAILLEUR UNIVERSEL LOSSE STUKKEN VAN DEN DERAILLEUR UNIVERSAL Aigle , N° 357.060 N° | DESIGNATION BENAMING | 153050 | Attache complète (19 x 14 mm.) |Aanhechtsel kompleet (19 x 14 mm.) (pour pignon libre seu!ement). 312160 Anneau-ressort 313080, Ressort de tension. (slechts voor vrijwiel).. Veerring. |Strekveer. 316500 | Douille filetée avec poulie à gorge. |Gefilteerde huls met groefschijf. eS de bras de tension, alésage Rondel van spanningsarm, geboord 20 mm. 20 mm. 318210 | Rendelles d’axe (2 pieces), alesage Asrondellen (2 stuks) geboord | 9,8 mm. 319591 Bras de tension. 328020 Vis helicoidale. 353600 Arret de gaine (25,4 mm.). 353610 |Arrêt de gaine (12,5 mm.). 355560 | Broche de sécurité avec collier (pour | moyeu à frein). 356620 |Pignon-guide, complet. | 9,8 mm. |\Spanningsarm. Schroefvormige vijs. ‚Omhulsel-tegenhouder (25,4 mm.). |Omhulsel-tegenhouder (12,5 mm.). AE met band (voor rem- naaf). 'Geleider-tandwieltje, kompleet. 356680 |Etrier-repos de chaine, complet (paur |Kettingsteun, kompleet (voor rem- | moyeu à frein). naaf). 356860 | Transmission compl. av. manette. |Transmissie kompl. met schakelaar. 450300| Arret de gaine (11 x 15 mm.) spe- Omhulsel-tegenhouder (11x 15 mm.) cial pour tube de base. | speciaal voor ondertreinbuis. SOUS-PIECES ONDERDEELEN 132040 Vis de l'attache 153050. 240091 | Vis de collier de manette. 242031 |Contre-ecrou pour vis 315150. 299420 | Gaine argentée 550 mm. 308210 | Cône (2 pièces). 314130 | Broche nue. 5150 | Vis du pignon-guide. Vijs van aanhechtsel 153.050. Vijs van schakelaarband. Tegenmoer voor vijs 315150. Verzilverd omhulsel 550 mm. Konus (2 stuks). Naakte zekerheidsbout. Vijs van geleider-tandwieltje. 5160| Vis de reglage pour manette. Regleervijs voor schakelaar 5170| Vis serre-cäble pour manette. Kabelvijs voor schakelaar. 6210 Ecrou pour 153050, 314130, 450300. |Moer voor 153050, 314130, 450300. 16520 | Contre-écrou pour vis de réglage. |Tegenmoer voor regleervijs. 318220 | Rondelle 0,5 mm. | Rondel 0,5 mm. 318230 | Rcndelle 0,1 mm. |Rondel 0,1 mm. 320350 | Bride du pignon-guide. Band van geleider-tandwieltje. 323530 |Billes 3/16" (12 pièces). REESE S/S (2 Suv) 329550 |Pigron-guide nu. \Geleider-tandwieltje alleen. 329560 | Nipple à souder pour câble. |Soldeernippel voor kabel. 356160| Marette complete. |schakelaar kompleet. 356880 | Cäble av. nipple soude, 2300 mm. |Kabel met gesold. nippel, 2,300 mm. 415091 |Vis-arret de gaine pour 450300. |\Vijs vr omhulsel-tegenhouder 450300 515060 | Vis d'étrier et d'arrêt de gaine |Vijs van steun en omhulsel-tegenh. 516110 | Ecrou pour dito. Moer voor dito 31 3] 31 31 3 POUR LE MOYEU | VOOR DE NAAF 303190 | Contre-écrou pour pigron triple. |Tegenmcer vr driedubbel tandwieltje. 316290 | Ecrou de sürete. Zekerheidsmoer. 1000006 |Pignen triple a visser (15-16-17 a Vijsbaar driedubbel tandwieltje (15- 16-20-24). learn: MONTAGE SUR CADRE HOMME | E MONTAGE OP HEEREN KADER N 9420 353600 356880 356160 O) (m) (d) (k) (m) "313080 356680 3565 a ne ae er ae MONTAGE SUR CADRE DAME & MONTAGE OP DAMEN KADER | 7. . « N n 356160 (E) 356880 (d) 353600 (m) 299420 (1) 356560 (n) a = env. 220 mm.